Het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg is aan veel regels gebonden die van belang zijn voor de veiligheid van mens, milieu en infrastructuur, waaronder het ADR. Gevaarlijke stoffen vragen om speciale aandacht vanwege de risico’s die ze met zich meebrengen. In Europa, en met name in Nederland, worden deze activiteiten gereguleerd door internationale en nationale wetgeving, zoals het ADR (Accord européen relatif au transport international des marchandises dangereuses par route) en het VLG (Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen).
Wat is het ADR?
Het ADR is de internationale overeenkomst die in 1957 in Genève werd opgesteld onder auspiciën van de Verenigde Naties. Het doel is om uniforme regels vast te stellen voor het veilig vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg in Europa en daarbuiten. Het ADR gaat onder meer over de classificatie van stoffen, verpakking, etikettering, documentatie, voertuigen en de opleiding van chauffeurs en andere betrokkenen. Het wordt iedere twee jaar geactualiseerd om rekening te houden met technologische ontwikkelingen en nieuwe inzichten in veiligheid.
Het ADR behandelt negen klassen gevaarlijke stoffen, zoals explosieve stoffen (klasse 1), gassen (klasse 2.1 en 2.2), brandbare vloeistoffen (klasse 3), brandbare vaste stoffen (klassen 4.1, 4.2 en 4.3), oxiderende stoffen (5.1 en 5.2), giftige- en infectueuze stoffen (6.1 en 6.2), radioactieve materialen (klasse 7), corrosieve stoffen (klasse 8) en overige gevaren (klasse 9). Elk type stof heeft specifieke voorschriften voor verpakking, transport en hantering.
In Nederland vormt het ADR de basis voor de nationale wetgeving, zoals vastgelegd in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (WVGS), het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen (Bvgs) en de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen (VLG). Deze wetten zorgen ervoor dat internationale regels worden geïmplementeerd in de nationale context, met aanvullende eisen waar nodig.
Wat betekent ‘VLG’ in Nederland?
Het VLG is de Nederlandse vertaling en aanvulling op het ADR. Het VLG regelt het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg binnen Nederland en zorgt ervoor dat de Europese richtlijnen (zoals 2008/68/EG) worden nageleefd. Het VLG specificeert bijvoorbeeld aanvullende eisen voor nationale transporten en legt de verplichting vast voor bedrijven om een veiligheidsadviseur aan te stellen als zij gevaarlijke stoffen vervoeren, laden, lossen of verpakken.
Een kenmerk van het VLG is dat het rekening houdt met specifieke Nederlandse omstandigheden, zoals de dichte infrastructuur en de aanwezigheid van veel waterwegen. Het VLG werkt nauw samen met de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), dat toezicht houdt op de naleving van deze regels. De ILT voert controles uit op de weg, bij bedrijven en op overslagpunten om te waarborgen dat alle voorschriften worden gevolgd. Overtredingen kunnen leiden tot hoge boetes of zelfs stillegging van transportactiviteiten.
Wat is de 1000-Puntenregeling?
Een van de meest bekende onderdelen van het ADR is de 1000-puntenregeling. Dit is vastgelegd in subsectie 1.1.3.6 van het ADR. Deze regeling biedt een gedeeltelijke vrijstelling van bepaalde ADR-eisen voor het vervoer van beperkte hoeveelheden gevaarlijke stoffen in stukgoed (zoals verpakkingen, gasflessen en IBC’s). Het is belangrijk om te benadrukken dat deze vrijstelling niet geldt voor bulkvervoer, zoals tank- of losgestort vervoer.
De regeling deelt gevaarlijke stoffen in vijf vervoerscategorieën in (0 t/m 4), gebaseerd op hun gevarenniveau:
- Vervoerscategorie 0: Stoffen die te gevaarlijk zijn om onder de vrijstelling te vallen, zoals bepaalde explosieven (klasse 1) of radioactieve stoffen (klasse 7). Deze stoffen vallen volledig onder alle ADR-regels.
- Vervoerscategorie 1: Zeer gevaarlijke stoffen, zoals stoffen in verpakkingsgroep I. Maximaal 20 kg/liter per transporteenheid, met een vermenigvuldigingsfactor van 50 punten per kg/liter.
- Vervoerscategorie 2: Minder gevaarlijke stoffen, zoals stoffen in verpakkingsgroep II. Maximaal 333 kg/liter, met een factor van 3 punten per kg/liter.
- Vervoerscategorie 3: Stoffen met een lager risico, zoals verpakkingsgroep III. Maximaal 1000 kg/liter, met een factor van 1 punt per kg/liter.
- Vervoerscategorie 4: Stoffen die onbeperkt vervoerd mogen worden onder de vrijstelling, zoals bepaalde lege verpakkingen.
De punten worden berekend door de hoeveelheid (in kg of liter) te vermenigvuldigen met de bijbehorende factor per vervoerscategorie. Het totaal aantal punten mag de 1000 niet overschrijden om in aanmerking te komen voor de vrijstelling. Bijvoorbeeld:
– 10 kg stof in vervoerscategorie 1: 10 × 50 = 500 punten
– 200 liter stof in vervoerscategorie 2: 200 × 3 = 600 punten
– Totaal: 1100 punten (boven de limiet, dus geen vrijstelling).
Als het totaal onder de 1000 punten blijft, zijn bedrijven vrijgesteld van eisen zoals:
– Het gebruik van oranje gevarenborden op het voertuig.
– Een ADR-certificaat voor de chauffeur.
– Het meenemen van een schriftelijke instructiekaart.
– Het verbod op het vervoeren van passagiers of het rijden door tunnels.
Echter, er blijven verplichtingen, zoals het gebruik van goedgekeurde verpakkingen, juiste etikettering en een brandblusser van minimaal 2 kg in het voertuig. Bedrijven moeten ook op het vervoersdocument aangeven dat de lading onder de 1000-puntenregeling valt.
De 1000-puntenregeling maakt het voor bedrijven makkelijker om kleine hoeveelheden gevaarlijke stoffen te vervoeren zonder de volledige ADR-regelgeving te volgen. Dit is vooral handig voor bedrijven die incidenteel gevaarlijke stoffen vervoeren, zoals schildersbedrijven met spuitbussen of laboratoria met kleine hoeveelheden chemicaliën. Het verlaagt de administratieve lasten en kosten, terwijl de veiligheid toch gewaarborgd blijft door de resterende verplichtingen.
Welke taken heeft de ADR-Veiligheidsadviseur?
Een ADR-veiligheidsadviseur is een cruciale schakel in het veilig vervoeren van gevaarlijke stoffen. Bedrijven dienen een veiligheidsadviseur aan te stellen wanneer ze gevaarlijke stoffen vervoeren, laden, lossen, vullen of verpakken, tenzij ze volledig onder een vrijstelling vallen (zoals de 1000-puntenregeling of gelimiteerde hoeveelheden). De taken van een veiligheidsadviseur zijn vastgelegd in subsectie 1.8.3 van het ADR en omvatten onder meer:
– Het adviseren van bedrijven over de naleving van ADR- en VLG-regelgeving.
– Het opstellen van een jaarverslag over de veiligheidspraktijken rond gevaarlijke stoffen.
– Het ontwikkelen van noodprocedures en het onderzoeken van ongevallen.
– Het zorgen voor training en bewustwording binnen het bedrijf.
Een veiligheidsadviseur moet in het bezit zijn van een Vakdiploma Veiligheidsadviseur Wegvervoer, dat wordt behaald via een examen bij het CBR (Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen). Dit certificaat is vijf jaar geldig en kan worden verlengd door een herhalingscursus en examen. Bedrijven kunnen ervoor kiezen om een interne medewerker op te leiden of een externe adviseur in te huren, afhankelijk van hun behoeften en budget. De ADR Veiligheidsadviseurs van VNCW adviseur zijn u graag van dienst. Overigens moeten ook Eigen rijders een ADR Veiligheidsadviseur hebben. Via een gereduceerd tarief is dat mogelijk via ADR advisors.
Welke opleiding moet een ADR-Veiligheidsadviseur volgen?
De opleiding tot ADR-veiligheidsadviseur is intensief en vereist een grondige kennis van het ADR en de bijbehorende wetgeving. In Nederland worden deze opleidingen aangeboden door gespecialiseerde instellingen, maar kan ook als E-learning gevolgd worden via SafetyNet Academy. Een typische opleiding omvat onderwerpen zoals:
– Wet- en regelgeving: Inzicht in het ADR, VLG, WVGS en Bvgs.
– Classificatie en etikettering: Het herkennen en categoriseren van gevaarlijke stoffen.
– Verpakkingen en transportvoorschriften: Eisen voor verpakkingen, tanks en IBC’s.
– Veiligheidsmaatregelen: Procedures voor laden, lossen en noodrespons.
– Praktijkcases: Het toepassen van kennis in realistische scenario’s.
– Voorbereiding op het CBR-examen: Inclusief openboektoetsen en voorbeeldvragen.
Het CBR-examen duurt 135 minuten en is een openboektoets, waarbij kandidaten het ADR-wetboek (zoals de uitgave ADR 2025/2026) mogen raadplegen. Dit wetboek, dat in drie delen is opgesplitst, is essentieel voor zowel de opleiding als het examen. Het bevat gedetailleerde tabellen en voorschriften, zoals Tabel A en B, die stoffen en hun vervoerscategorieën specificeren. De ADR boeken zijn hier te bestellen.